Tijdsbesef
- Geplaatst op
- Door Drs. Tamar de Vos – van der Hoeven
- Geplaatst in dagen, dagritme, klok, klokkijken, maanden, ontwikkeling, school, seizoenen, structuur, tijd, tijdsbesef, uren, weekoverzicht
- 0
De ontwikkeling van tijdsbesef bij jonge kinderen door de jaren heen. Van 2 tot 9 jaar oud, thuis en op school. Hoe stimuleer je het tijdsbesef bij jouw kindje.
Kinderen en tijdsbesef
Mama, moet ik naar zwemles?
Tijd is een lastig begrip voor jonge kinderen. Tot een jaar of drie hebben kinderen nog niet echt tijdsbesef. Baby’s, dreumesen en jonge peuters zijn nog heel erg afhankelijk van hun omgeving om een beetje grip op het verloop van de dag te krijgen. Structuur in de dag en regelmaat geven deze kleintjes houvast. Ze weten dat ze na het fruit eten altijd even buiten mogen spelen of dat het na het in bad gaan tijd is om te gaan slapen. Dat het dan avond is, zegt ze nog niets.
Toch is het wel goed om dit soort tijdsaanduidingen vanaf een jaar of twee/ tweeënhalf te gaan benoemen. Juist door tijdsbegrippen als ochtend, middag, morgen et cetera te koppelen aan de structuur die je je kindje biedt, help je je zoon/ dochter om het verloop van tijd beter te gaan begrijpen. En zo leren wat oudere peuters langzaam een beetje begrijpen wat tijd inhoudt en dat ‘straks’ sneller komt dan ‘morgen’. Al hebben ook zij hier nog wel concrete ondersteuning bij nodig. ‘Straks gaan we naar de speeltuin’ is voor een peuter nog wel erg onduidelijk en de kans is groot dat je kindje na twee minuten al komt vragen of het al ‘straks’ is. Door te zeggen: “straks, nadat we een crackertje hebben gegeten, gaan we naar de speeltuin” is het veel duidelijker wat je kindje kan verwachten. Voor peuters en kleuters is tijd vooral een kwestie van beleven. Het is tijd om te eten, tijd om naar de opvang te gaan of tijd om te spelen.
Door tijdsbegrippen wel te gebruiken en ze te ondersteunen met goede uitleg, leert je zoontje/dochtertje deze tijdsaanduidingen te begrijpen en tijdsbesef te ontwikkelen.
Leren klokkijken en tijdsbesef op school
Wanneer je kindje eenmaal gestart is op de basisschool, zal hij/zij steeds meer in aanraking komen met tijdsbegrippen. Met behulp van planborden, kleuren voor de dagen en liedjes en opdrachtjes leren kleuters de dagen van de week kennen.
Met behulp van een dagplanning met pictogrammen kunnen kleuters precies zien wat ze die dag op school gaan doen en welk moment van de dag het is. Ze leren op deze manier onderscheid te maken tussen de ochtend en de middag. Zo houden kinderen zicht op wat er gaat komen die dag en leren ze ongemerkt een hoop over het verloop van tijd.
Ook leren kinderen in de kleuterklas de dagen van de week en de seizoenen kennen. Hier wordt op school actief mee geoefend in de dagopening of de kringgesprekken en met behulp van verhaaltjes, liedjes en opdrachtjes. Thuis kan je hier op aansluiten door ook de dagen van de week regelmatig te benoemen, te praten over wat er op welke dag gebeurt en hier ondersteuning bij te bieden met een weekoverzicht of planbord.
Wanneer kinderen eenmaal aan groep drie beginnen, kent het overgrote deel de dagen van de week wel. Ook de maanden van het jaar zijn meestal redelijk bekend, al vinden ze dat vaak nog wel lastig. In groep drie worden de eerste stappen gezet naar het leren klokkijken. Kinderen leren klokkijken met behulp van een klok met wijzers. Leren klokkijken start met het herkennen en benoemen van de hele en halve uren. Deze begrippen zijn op een ronde klok met wijzers veel makkelijker te begrijpen dan op een digitale klok met cijfers. Digitaal klokkijken wordt dan ook pas eind groep vier of aan het begin van groep vijf geïntroduceerd, wanneer de kinderen het klokkijken op de wijzerklok redelijk onder de knie hebben. Dit is meestal het geval bij kinderen van acht/ negen jaar. En dan zijn zij ineens degene die op de klok wijzen met het verzoek of je wilt opschieten want “Het is al laat, ik wil er wel op tijd zijn.”
Hulp in de ontwikkeling van tijdsbesef
Als ouder kun je veel doen om je kindje te helpen bij het ontwikkelen van een besef van tijd. Door structuur aan te bieden en hier verschillende tijdsbegrippen (straks, morgen, vanavond, in het weekend et cetera) aan te koppelen met daarbij een duidelijke praktische uitleg (na het broodje, als je geslapen hebt...) leren kinderen steeds meer grip te krijgen op het concept tijd.
Weekplanners, aftelkalenders (nog zes dagen tot je verjaardag) en dagritmekaarten kunnen jonge kinderen hierbij veel ondersteuning geven.
Reacties
Wees de eerste om te reageren...